Behoedzaam sluip ik de trap op. Ik weet perfect welke trede er kraakt, en welke niet. Ik realiseer me plots dat ik ondanks het feit dat we hier bijna 7 jaar wonen, niet weet hoeveel treden deze trap heeft. Ik hoor iets, buiten. Ik sta even stil… een auto die voorbijgaat. Ik blijf luisteren naar mijn eigen ademhaling… Ik hoor niets meer… Volkomen stilte. Het voelt gek aan om daar te staan, zo in het halfdonker. Toch ga ik verder, het lijkt illegaal. Bijna boven. Ik hoor iets, beneden in de woonkamer. Ik stop en luister. Zonder het te zien weet ik perfect wat er aan de hand is. Manlief ruimt de vaatwasser in. Dat is zijn taak in ons gezin: de vaatwasser inruimen en ’s ochtends weer uitruimen. Ik corrigeer me: één van zijn taken J. Ik wil aan de vooravond van onze huwelijksverjaardag en het commerciële Valentijn geen echtelijke ruzie ontketenen.
Het is een geruststellend geluid. Heel vertrouwd. Ik ga verder. Ik stop. Wat doe ik? Ik open zachtjes de deur. Ik zie een lichtje branden, en zie dat maximan al lezend in slaap is gevallen. Ik bewonder mijn kind. Mijn oudste, het kind dat mij moeder maakte. Hij is knap, een beetje lange haren, nonchalant over zijn gezicht. Hij ziet er vredig uit. Ik neem het boek, en leg het op zijn nachtkastje. Zijn leeslampje doe ik uit. Ik dek hem netjes terug onder. Daarna loop ik de kamer uit, en zet mijn tocht verder. Nog maar een trap op, naar de tweede verdieping. Heerlijke kinderkamers met veluxen. Ik hou van die dakvensters. Ze bieden een gezelligheid die een banaal raam nooit kan bieden. Ik sta boven en twijfel tussen links of rechts. De rechtse deur kraakt altijd een beetje, zeker met deze vrieskou. Toch neem ik die eerst. Midiman slaapt even vredig als broerlief. Met zijn blauwe Barpapalampje, zijn rode paddenstoellampje en zijn konijnenlampje. Midiman zit in een bange periode. Hoe vaak heb ik hem al proberen uitleggen dat je niet bang hoeft te zijn in het donker? Waarschijnlijk ongeveer even vaak als ik de jongens probeer duidelijk te maken dat je niet mag springen op een sofa. Mannen zijn selectief doof! De lampjes bieden troost in donkere dagen. Mijn standaardzin “In het donker is alles hetzelfde als in het licht, alleen zie je het niet”, valt in dovemansoren. Hij slaapt rustig op zijn rug, naast Nijn en de olifant. Hier moet geen dekbed goed gelegd worden…
De laatste kamer. Drie kinderen, drie deuren. Drie keer genieten van hun slapende kopjes. Drie keer genieten van mijn rijkdom. Miniman doe ik laatst. Mijn hart wordt dan steeds nét dat extra warm. Ik ben nog nét dat beetje meer vertederd van hem te zien liggen. Op zijn buikje, in zijn slaapzakje. In zijn linkerhand een lepel. In zijn rechterhand zijn “poppeflurk”. Troost bij ongevallen en verdriet, houvast bij nieuwe ervaringen. Vier exemplaren zijn er in omloop. Eentje ligt standaard bij de onthaalmoeder, de andere 3 vergzellen hem in zijn bed. Ik kijk verliefd naar zijn kopje. Zijn tutje beweegt op en neer… Hij wordt veel te snel groot….