Ik zocht mijn GSM. Erg handig was het niet, om dat onding te zoeken terwijl ik nog nadruipte van het zwembadwater en er 3 jongens rond me om ter hardst riepen om een handdoek of hulp. Ik zocht verder… en vond de GSM! Het GSM nummer deed een belletje rinkelen :-). Pleegzorg. Selectieteam.
Ik besliste ondanks de slechte timing op te nemen. Pleegzorg, inderdaad. “Stoor ik?”, vroeg de vriendelijke stem aan de andere kant. Ik kon een lach niet onderdrukken. “Eigenlijk wel, maar zeg het maar.” Ik gaf handdoeken aan, droogde voeten af, zocht kleding bij elkaar en luisterde naar de stem. “Crisisopvang” Ze legde kort het dossier uit. Ik kreeg een leeftijd, een geschatte duur en de randvoorwaarden. Ik slikte. De randvoorwaarden leken direct niets voor ons gezin. Ik zei het haar ook direct, en vertelde dat ik het nog wel wilde doornemen met manlief. Voor ik kon opleggen (hoewel, afdrukken is meer van toepassing) zei ze “Er zijn nog andere aanvragen…” Ik luisterde verder. Nog 2 kinderen. Jong. Onthaalmoeder-jong. Medische problematiek, maar niets onoverkomelijk voor ons. Of we één van de 2 zagen zitten? Ik zei niet direct nee, maar zei dat ik dan even moest afchecken bij de onthaalmoeder. Vriendelijke stem zei dat ze over een uur zou terugbellen.
Een uur later was ik eirn geslaagd de onthaalmoeder te spreken (en ja, ze had wel plek voor september en oktober, de geschatte duur van de opvang), manlief in te lichten (“Doe maar!”), en langs de Colruyt te passeren om avondeten in elkaar te toveren. Vriendelijke stem belde terug. “Ja, voor één van die 2 jongsten kunnen we wel plek maken.” Vriendelijke stem klonk enthousiast. “OK, de consulent belt ons ten laatste overmorgen terug, en gaat kortsluiten met de ouders”.
De volgende dag kreeg ik het wat benauwd. Vier kinderen dus. Drie naar school, één naar de opvang. Vier kinderen, terwijl manlief over 2 weken een volle week op congres gaat. Slik. En dat weekend 5 kinderen, want ons weekendpleegje zou er dan ook zijn. Zucht. Paniek. Waar zouden we aan beginnen? Manlief was er niet, die zat op een vergadering. Pas vrijdagmorgen deelde ik hem mijn bezorgdheid. Hij voegde er nog sec aan toe dat als de termijn verlengd zou worden, ik nog een week met hen alleen zou zijn, want begin november zou hij nog een week weg zijn. Ik keek hem aan. We zouden ook nog wat spullen bij elkaar moeten zoeken. Beetje kleding, extra bedje. “We overleven het wel!”, besloot manlief, en kuste me gedag om naar zijn werk te vertrekken.
Om vijf over negen ging de telefoon. Vriendelijke stem. Mijn adem stokte in mijn keel. “Het spijt me, het gaat niet door. De ouders verkiezen een CKG, ze zijn bang dat ze zich hechten in een gezin.” Ik herademde. Kort. Om dan te beseffen dat het ergens wel spijtig was, dat het toch weer ee uitdaging geweest zou zijn. OK, drie kinderen dan maar weer. Hoewel, nog 2 keer slapen en ons vierde ventje arriveert weer :-).
Ik heb absolute bewondering voor jouw tomeloze inzet. Er is inderdaad altijd plaats aan tafel (en in huis). Laten we hopen dat het goed afloopt voor die kinderen.
Dankjewel 🙂
Ja, amai, twee duimen oomhoog om daar zo helemaal klaar voor te staan – ook al beneemt het even de adem. Je moet het maar doen. 🙂
Grenzen zijn er om aan te geven én te verleggen ;-). Was het doorgegaan, dan had je het ongetwijfeld uitstekend gered! Wat is een CKG? Centrum Kind en Gezin?
Hey,
CKG staat voor centrum voor kindzorg en gezinsondersteuning. Mooie term voor in dit geval een “kindertehuis”….