Stoere vier!
Vier zoals in: ik hou al vier jaar zielsveel van jou!
Je beseft het. ’s Ochtends stap je parmantig de trap af, razend enthousiast, want vandaag is dé dag. Je bent enorm blij met je cadeau. Maar het beste moet nog komen. Aan school krijg je gelijk drie dikke zoenen van juf. Je glundert. Ik glunder. Omdat jij glundert. Juf-van-vorig-jaar passeert je op de speelplaats, maakt halt en knuffelt je. Je kijkt verwonderd. Benieuwd of heel de wereld weet dat jij jarig bent. Zo moet het gegarandeerd lijken voor jou.
Na school storm je naar me toe. Mét kroon. En vol verhalen. En nog is de dag niet af. We eten lasagne, jouw lievelingseten, met stip. Na de lasagne versieren we het huis. Er komen 2 vriendjes om te vieren. Twee, je had geen behoefte aan meer. A is je nieuwe vriendinnetje, “het is een meisje” voeg je er steeds aan toe. F is al sinds vorig jaar je dikke vriend. Ik vind F geweldig. Een grappig gibbergat. Als de bel gaat, ben je door het dolle heen. Je speelt, zij doen gretig mee. Dan zijn er pannenkoeken. Even kom ik handen tekort. Erna wil A graag met Play Doh spelen. Ik zucht inwendig, maar zet me erover. Iedereen speelt mee. Een half uur later plakt alles vol: sokken, knietjes, de vloer,… Je ogen glunderen. Zo fijn… Als de bel gaat, vind je dat F & A te vroeg naar huis moeten. Toch is je verzet van korte duur. Je bent zooooo moe….
Wanneer ik je ’s avonds naar boven draag (je beentjes zijn véél te moe) en even naast je in bed kruip, denk ik aan jouw komst. Aan hoe welkom je was. Meer dan welkom! De zwangerschap was op zijn minst gezegd een hel. Vanaf het begin kregen we een label: risicozwangerschap, omdat er een groot hematoom zat in de baarmoeder. Elke week ging ik op controle, en deed ik het rustig aan. Met 12 weken leek het gevaar geweken. Leek… Tot ik op een donderdagmiddag naar de bakker ging. Ik stapte uit de auto, en had het gevoel alsof iemand een kurkenstop uit me trok. Het bloed liep langs mijn benen naar beneden. Ik keek. Ik stond erbij en keek ernaar. Ik belandde al snel in het ziekenhuis, waar ik werd opgewacht door een assistent. Na een snelle echo bleek je hartje te kloppen en bleek jij het nog evenzeer naar je zin te hebben als 3 dagen ervoor. Gezien onze voorgeschiedenis (je kleine ienemienebroertje dat té veel afwijkingen had) werd “de prof” erbij geroepen. Als je afwijkingen had, was dit misschien een teken. Of een moment om te beslissen. Hij kon niets afwijkend ontdekken, noch een oorzaak voor de bloeding. Ik werd opgenomen. Het bloedverlies stopte en ik verliet het ziekenhuis. Vanaf dan was het terug chaos. Ik moest platliggen, wat geen evidente opdracht was met een kleuter van 4 en een peuter van 17 maanden oud… Er kwam gezinshulp, poetshulp, babysitjes,… Elke week ging ik naar de gynaecoloog voor verder onderzoek. Daar waar geen placenta zat, zat bloeding naast de vruchtzak. De prof had het nog nooit zo gezien, en verwonderde zich elke keer opnieuw over het feit dat jij het zo goed bleef doen.
Ik zag door de bomen het bos niet meer. Een zevende zwangerschap en “slechts” twee gezonde kinderen, en nu dit? Er werd hulp gezocht bij een psychiater, op aanraden van het ziekenhuis. We moesten ook maar nadenken over hoe wij het zagen als jij te vroeg zou komen. Wat dan? We gingen op gesprek bij de neonatoloog. Na lang praten besloten we dat het team moest beslissen of er gereanimeerd moest worden na je geboorte. Ik haalde 23 weken, 24 weken, 25 weken. Er werd gekeken of longrijping kon. Maar dat was geen optie, gezien de vliezen al zoveel te lijden hadden door de bloeding en dus veel kwetsbaarder waren. Cortisone voor longrijping zou dit enkel verergeren. Het was afwachten. Op 28 weken zei de prof dat als we 30 weken haalden, er een fles bubbels open moest. We haalden die 30 weken, maar nog durfden we het niet aan…
Uiteindelijk werd ik ingeleid op 37 weken en 5 dagen zwangerschap. Het was genoeg geweest, vooral emotioneel… Na een vlotte bevalling kwam jij op de wereld, mijn lief klein mannetje. Geurend naar heerlijke baby. Zoekend naar de borst. Kreunend zoals enkel een pasgeboren baby kan. Ik genoot van jouw geur, van jouw lijfje, van jouw aanwezigheid. Maar ik genoot ook van het feit dat ik me niet meer alleen verantwoordelijk moest voelen over jouw levenskansen. Al die maanden was ik panisch geweest om je te verliezen… Ik was zoooooo blij je te hebben…
Nu nog steeds. Je bent een zonnetje in huis. Elke dag met jou is een gelukkige dag. Dat besef ik, elke keer opnieuw. Je bent speciaal. Wij hebben een speciale band. Ik zie jouw broers ook graag, uiteraard. Maar toch is onze band anders. Er zijn geen woorden voor nodig. Ik voel dat jij het ook voelt. Mijn moeder merkt het ook. Zij wijt het aan de lange borstvoeding en aan het feit dat ik zo lang thuis bleef na de bevalling. Ik weet niet waaraan het ligt. Ik voel het gewoon. Vanochtend nog, toen we naast elkaar door de stille straat naar de bibliotheek wandelden. Jouw handje, vertrouwd en vol vertrouwen in de mijne.
Vier. Vieren. Elke dag met jou is er eentje om te vieren!
Heel mooi. En herkenbaar: als je naar je jarig kind kijkt, zie je weer jezelf, zwanger, de bevalling, die eerste ogenblikken, die geur, enz. Ik denk niet dat mannen en vrouwen heel erg verschillend zijn in liefde voor kinderen, maar in hoe je als moeder, die het kind gedragen heeft, kijkt naar je jarige kind, ja, dat moet toch iets zijn dat jij als moeder alleen kunt voelen. Nog een late proficiat; ook aan de andere jarige deze week!
Ik noem dat gevoel, de onzichtbare navelstreng,…Chattheo vraagt me vaak, hoe het komt dat ik weet hoe hij zich voelt en dan geef ik hem elke keer dat antwoord,…….geniet van die band!
Een zwangerschap maak je als man anders mee. Ik denk in ieder geval niet meer terug aan de zwangerschap bij hun verjaardag, wel aan hoe snel ze groot worden en waar ze over tien jaar zouden kunnen staan.
In ieder geval een erg moeilijke bevalling geweest, miniman is duidelijk door ’t oog van de naald gekropen.
zo mooi geschreven, ik krijg er kriebels van.
Dankje 🙂